Site pictogram Sfeer & Comfort

Hoe ik de landelijke en industriële woonstijl perfect heb weten te combineren

landelijk en industrieel combineren

Ik denk dat er niet vaker over woonstijlen is gesproken en geschreven dan de laatste jaren. In magazines, op websites, webshops én in fysieke winkels krijgt ieder meubel of accessoire een tag: een woonstijl. De woonstijlen waar we het meest over spreken zijn industrieel, landelijk, klassiek en modern. Daarnaast heb je ook Bohemian, retro en wereldse interieurs. Zelf heb ik twee favorieten: landelijk en industrieel. Sinds ik mijn eigen woning heb, zie ik daarin dan ook een uitdaging: landelijk en industrieel combineren.

Stoer en industrieel

Wellicht denk je net als ik dacht: landelijk en industrieel combineren? Hoe is dat mogelijk. Ik heb ondervonden dat dit wel degelijk mogelijk. Allereerst de industriële woonstijl. De industriële woonstijl kenmerkt zich door, ja, de industrie. Strak, basic en minimalistisch. Enkele jaren geleden kwam deze stijl steeds meer terug in huishoudens. Veel mensen moesten hier even aan wennen. Industriële hallen, loodsen en fabrieken zijn toch koud en kil? Absoluut, maar dat hoeft je woning niet te zijn. Industriële meubels kunnen worden gekenmerkt door de materialen hout en staal. Verlichting is vaak heel basic: geen mooie stoffen kappen, maar een zichtbaar (LED) peertje en snoerpendels. En de basis? Daar zien we veel beton, zichtbaar metselwerk en strakke vloeren als een gietvloer.

Lekker landelijk

Als je mij vraagt drie woorden op te noemen die een landelijk interieur beschrijven, ga ik voor warmte, knus en gezelligheid. Misschien zelfs iets wat recht tegenover de industriële stijl staat. Hout is iets wat je veel terugvindt in deze stijl. Staal minder. Qua kleuren zul je het gauw binnen de bruine en grijze kleurfamilie vinden. De warme sfeer kan invulling krijgen door stoffen. Denk aan een stoffen bank met een lekker kleedje over de leuning, sfeervolle kussens, een (dieren)kleed op de vloer, etc.

Het daadwerkelijke verschil

Je zult al gauw merken dat de drie woorden die per stijl bij mij opkomen, vrijwel lijnrecht tegenover elkaar staan. Ik wil niet zeggen dat een industriële stijl niet gezellig is, maar het is een woord dat dit wat minder kenmerkt. Bij de industriële woonstijl kan er veel met leegtes en “kale” oppervlaktes worden gewerkt, terwijl een landelijk interieur wat meer warmte en invulling geeft aan deze ruimtes.


Meubels kennen ook absoluut een verschil. Industriële meubels zijn wat minimalistischer en vaak in massa minder aanwezig. Stalen poten, planken als tafelblad, dunne metalen platen als kastwanden, een strakke bank op minimalistische poten, etc. Landelijke meubels geven letterlijk meer invulling aan je interieur. Ze zijn vaak massief en meer aanwezig. Tafelpoten zijn bijvoorbeeld niet van staal, maar van stevig hout. Kasten zijn groots en aanwezig en vullen de ruimte flink op.

Landelijk en industrieel combineren

En juist deze werelden van verschil kunnen een perfecte combinatie vormen. Tenminste, die uitdaging ben ik thuis aangegaan. Waar ik enerzijds dol ben op de landelijke kenmerken, houd ik anderzijds ook van ruimte en rust in de invulling. Hoe ik er op ben gekomen om dat te combineren? Dat is een leuk weetje.


Anderhalf jaar geleden kreeg ik mijn eerste eigen huis. Ik wist precies wat ik mooi en niet mooi vond, maar het daadwerkelijk inrichten van een huis was toch weer wat lastiger. Past alles wel bij elkaar? Ik heb geleerd te vertrouwen op mijn eigen smaak. Al gauw creëerde ik een industrieel huis met een oude legertafel als eettafel, een klok en plafondlamp van stalen buizen, een zwart met bruine apothekerskast en industriële stellingkasten tegen de wand.


Ja, ik vertrouwde absoluut op mijn eigen smaak, maar toch bleef ik het wat kaal vinden. Ik ben dit toen gaan opvullen met meer warmte: een bontkleedje op de bank, lekkere kussentjes in de stoel en grote grove kaarsen en kandelaars.


Zonder dat ik het door had was daar het begin van mijn persoonlijke favoriete woonstijl: een industriële basis met een landelijke aankleding. The best of both worlds, als je het mij vraagt.

Mobiele versie afsluiten